Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Het weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om kosten die onverwacht en groot zijn op te kunnen vangen, zonder dat de uitvoering van taken en de bedrijfsvoering in gevaar komen. Het weerstandsvermogen geeft aan hoe robuust de financiële positie van de gemeente is. Voor het beoordelen van de "weerstand" is inzicht nodig in de omvang en de achtergronden van de risico’s en de aanwezige weerstandscapaciteit. Het gaat hierbij alleen om risico's waarvoor geen of wellicht onvoldoende verzekeringen zijn afgesloten, geen voorzieningen zijn gevormd of geen budgetten binnen de exploitatiebegroting beschikbaar zijn. In deze paragraaf gaan wij in op onze risico’s en het vermogen om deze risico’s op te kunnen vangen.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Algemeen
Algemeen
Wet- en regelgeving
De wettelijke kaders op het gebied van weerstandsvermogen zijn opgenomen in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Hierin is bepaald dat we bij de begroting en jaarrekening een paragraaf weerstandsvermogen op moeten nemen. De bepalingen luiden als volgt (citaat uit BBV):
Artikel 11.
1. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen:
- de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de provincie onderscheidenlijk gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken;
- alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.
2. De paragraaf betreffende het weerstandsvermogen bevat ten minste:
- een inventarisatie van de weerstandscapaciteit;
- een inventarisatie van de risico’s;
- het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s;
- een kengetal voor de:
1a°. netto schuldquote;
1b°. netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen;
2°. solvabiliteitsratio;
3°. grondexploitatie;
4°. structurele exploitatieruimte; en
5°. belastingcapaciteit
- een beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie.
3. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over de wijze waarop de kengetallen, genoemd in het tweede lid, onderdeel d, door provincies en gemeenten worden vastgesteld en in de begroting en het jaarverslag worden opgenomen.
Gemeentelijke regelgeving op het gebied van het weerstandsvermogen is opgenomen in de verordening ex. artikel 212 Gemeentewet.
In de “Financiële verordening Berg en Dal 2017”, is het volgende opgenomen:
Artikel 16. Weerstandsvermogen & risicobeheersing
In een nota weerstandsvermogen en risicobeheersing stelt de raad aanvullende regels vast met betrekking tot weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Op 17 september 2015 is de "Nota Weerstandsvermogen en Risicobeheersing Groesbeek 2015" vastgesteld.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Risico's
Risico's
Risicoregister
In het risicoregister hebben wij alle bekende risico’s in beeld gebracht en beoordeeld . Vervolgens hebben wij aangegeven hoe wij het risico willen beheersen. De risico’s zijn in cijfers uitgedrukt en de risicoscore is bepaald. Dat betekent dat we per risico het financiële belang aangeven, en vervolgens bepalen hoe groot de kans is dat het risico zich voordoet. Die kans drukken we uit in een percentage. Hierna hebben wij de risicoscore bepaald door het financieel belang te vermenigvuldigen met de kans.
Klasse-indeling
De gehanteerde klasse-indeling ziet er als volgt uit:
Kans | ||
Klasse | Referentiebeelden | Kwantitatief |
1 | Zeer klein (< of 1 keer per 10 jaar). Zeer onwaarschijnlijk, komt niet voor in de branche, voor zover bekend | 1 - 20% |
2 | Klein (1 keer per 5 - 10 jaar). Niet waarschijnlijk maar mogelijk, is binnen andere gemeenten wel eens voorgekomen (in de afgelopen 5 jaar) | 21 - 40% |
3 | Gemiddeld (1 keer per 2 - 5 jaar). Komt zelden voor maar is wel al eens voorgekomen (in de afgelopen 5 jaar) | 41 - 60% |
4 | Groot (1 keer per 1 - 2 jaar). Is verscheidene malen voorgekomen (3x of vaker in de afgelopen 5 jaar) | 61 - 80% |
5 | Zeer groot (1 keer per jaar of >). Komt met enige regelmaat voor (1 of meerdere keren per jaar) | 81 - 100% |
Beheersen van risico's
In deze fase noemen wij oplossingen om de in beeld gebrachte risico’s te beheersen. Het is van belang dat wij ook iets met de risico’s doen. Voor elk risico maken wij een keuze uit de volgende vier maatregelen:
- Beëindigen (B)
Wij beëindigen beleid waar een risico door ontstaat, of geven het op een andere manier vorm. Ook kan het betekenen dat we geen beleid starten dat een risico met zich meebrengt. Ook kunnen wij werkprocessen zodanig invullen, dat we bepaalde risico’s vermijden. - Verminderen (V)
We dekken het risico af door middel van een verzekering, een voorziening of een ander budget in de begroting. Hiermee beperken we de gevolgen van een risico. Tevens kunnen we bij verminderen denken aan het aanpakken of wegnemen van de oorzaak van het risico.
- Overdragen (O)
Het beleid dat een risico met zich meebrengt, laten we uitvoeren door een andere betrokken partij. Deze partij neemt ook de financiële risico’s over.
- Accepteren (A)
Wij accepteren een risico als wij het niet (kunnen) vermijden, verminderen of overdragen. Dan zullen wij de eventuele financiële schade volledig middels de weerstandscapaciteit moeten afdekken. Dit betekent niet dat het risico niet beïnvloedbaar is. Het betekent dat wij het risico op dit moment accepteren en niet op de één of andere wijze afdekken. Mocht de wens bestaan om het risico in de toekomst anders te beheersen dan zullen wij moeten kiezen voor beëindigen, verminderen of overdragen.
Inventarisatie risico's
Bij dit onderdeel presenteren wij de risico's. Wij hebben een inventarisatie uitgevoerd, de risico's geanalyseerd en beoordeeld en vervolgens zoveel als mogelijk gekwantificeerd.
We kunnen de risico’s als volgt onderverdelen:
- Aansprakelijkheidsrisico’s
- Risico’s op eigendommen
- Risico’s van de bedrijfsvoering
- Financiële risico’s
- Grondexploitatie
- Verbonden partijen
- Open-einde regelingen
- Grote projecten
- Overige financiële risico's
Hieronder staat het totaaloverzicht van de risico's.
Bedragen x € 1.000 | ||
Categorie | Risico | |
1. | Aansprakelijkheid | 410 |
2. | Eigendommen | 119 |
3. | Bedrijfsvoering | 245 |
4. | Financieel | 2.020 |
Totaal risico's | 2.794 |
Hieronder gaan we per categorie in op de vermelde risico's.
1. Aansprakelijkheid (totaal risico € 410.000)
Bedragen x €1.000 | |||||
Categorie Onderwerp | Beh. | Fin. Belang | Kans | Risico score | |
€ | Kl. | % | € | ||
Nalatigheid of onrechtmatig handelen | V | 100 | 1 | 5% | 5 |
Planschade | O/V | 50 | 1 | 10% | 5 |
Schadeclaims | A | 2.000 | 1 | 20% | 400 |
Totaal | 2.150 | 410 |
Nalatigheid of onrechtmatig handelen
De risico’s zijn in de meeste gevallen beperkt, doordat waar mogelijk verzekeringen zijn afgesloten. Ook hebben wij in de begroting diverse budgetten beschikbaar, bijvoorbeeld om ons eigen risico af te dekken.
Planschade
Planschade wordt zoveel mogelijk afgedekt in contracten met ontwikkelaars. Bij een gemeentelijke ontwikkeling (waar geen verhaal kan plaatsvinden), houden we hier bij de kredietvotering rekening mee.
Schadeclaims
De gemeente loopt altijd het risico dat er schadeclaims ingediend worden. Over het algemeen zijn dit langlopende procedures waarvan de risico's moeilijk in te schatten zijn. Daarom is hiervoor in de exploitatie geen raming opgenomen. Om de risico's toch mee te kunnen nemen in deze paragraaf, zijn we uitgegaan van een totaal bedrag van € 2 miljoen met een kans van 20%.
2. Eigendommen (totaal risico € 119.000)
Bedragen x €1.000 | |||||
Categorie Onderwerp | Beh. | Fin. Belang | Kans | Risico score | |
€ | Kl. | % | € | ||
Eigen risico schadegevallen | V | 25 | 3 | 50% | 13 |
Schade door vandalisme/diefstal (in openb. ruimte) | V | 40 | 3 | 50% | 20 |
Onderhoud gemeentelijke gebouwen en terreinen | A | 100 | 3 | 50% | 50 |
Ruiming explosieven | V | 50 | 1 | 10% | 5 |
Bodemsanering | V | 100 | 2 | 25% | 25 |
Archeologie | V | 25 | 2 | 25% | 6 |
Totaal | 340 | 119 |
Eigen risico schadegevallen
De risico’s met betrekking tot onze eigendommen hebben wij aanzienlijk beperkt door het afsluiten van brand- en stormverzekeringen. Er geldt hiervoor een eigen risico van € 2.500 per gebeurtenis. Zaken als bijvoorbeeld vandalisme zijn uitgesloten van de verzekering.
Schade door vandalisme/diefstal (in openbare ruimte)
Vandalisme is niet verzekerd. De kosten vangen we op binnen de reguliere budgetten en leiden niet tot grote overschrijdingen. We maken bewuste keuzes bij het gebruik van materialen in de openbare ruimte. Het zijn doorgaans materialen die tegen een stootje kunnen.
Onderhoud gemeentelijke gebouwen en terreinen
Wij voeren voor onze eigendommen planmatig beheer en onderhoud uit. Dit doen wij op basis van de beheerplannen en actuele inspecties. De onderhoudstoestand van de gebouwen is op peil en de noodzakelijke stortingen in de onderhoudsvoorzieningen actualiseren we iedere drie jaar. Voor een aantal gebouwen loopt de discussie over het voortzetten van het gebruik. Daarom ramen we momenteel geen stortingen in de voorzieningen.
Ruiming explosieven
Er is een risico dat bij grondwerken explosieven worden gevonden, waarvoor onderzoeken, dan wel ruimingen moeten plaatsvinden. De kosten hiervan worden zoveel mogelijk vooraf in de projectkosten geraamd en/of in rekening gebracht bij de ontwikkelaars.
Bodemsanering
Bij projecten worden keuringen uitgevoerd op vrijgekomen grond. Bij het vinden van ernstige verontreiniging kan dit tot aanzienlijke verwerkingskosten leiden.
Archeologie
We lopen het risico dat er archeologische vondsten worden gedaan bij projecten in de openbare ruimte. Dit risico wordt in beeld gebracht door middel van het maken van proefsleuven vóór de start van een project.
3. Bedrijfsvoering (totaal risico € 245.000)
Bedragen x €1.000 | |||||
Categorie Onderwerp | Beh. | Fin. Belang | Kans | Risico score | |
€ | Kl. | % | € | ||
Bedrijfsongevallen | V/A | 250 | 1 | 2% | 5 |
Fraude en diefstal | B | p.m. | 1 | 1% | p.m. |
Afwezigheid personeel wegens ziekte of anderszins | V | 628 | 2 | 25% | 157 |
Vertrek personeel | V | 100 | 1 | 10% | 10 |
ICT | V | 129 | 3 | 50% | 65 |
Informatiebeveiliging | V | 800 | 1 | 1% | 8 |
Totaal | 1.907 | 245 |
Bedrijfsongevallen
De gemeente heeft de "Goed Werkgeverschapsverzekering" afgesloten. Werkgevers hebben de wettelijke zorgplicht voor de veiligheid van werknemers en die zorgplicht wordt uitgebreid. De werkgever is aansprakelijk voor bedrijfsongevallen en beroepsziekten van werknemers. Ook molest (geweldpleging) is meeverzekerd. Naast ambtenaren vallen ook raadsleden, wethouders en de burgemeester onder de polis.
Fraude en diefstal
Het is niet uit te sluiten dat de gemeente schade leidt doordat we slachtoffer worden van frauduleuze handelingen. De gemeente heeft is een Fraude- en Berovingsrisicoverzekering afgesloten. Daarnaast worden fysieke en/of administratieve maatregelen genomen (functiescheiding, procesbeschrijvingen). De interne controle richt zich ook op deze zaken.
Afwezigheid personeel wegens ziekte of anderszins
Dit risico is als volgt berekend: de totale loonkosten € 11.508.563 x 5,46% (ziekteverzuimpercentage over het kalenderjaar 2017) is € 628.000.
Vertrek personeel
Als gevolg van vertrek van personeel kan er kennis en kunde verloren gaan. Daarnaast is er bij het huidige personeel veel ervaring en kennis van de lokale situatie aanwezig, welke bij vertrek verloren gaan. Dit kan leiden tot inefficiency.
ICT
Computeruitval kan tot gevolg hebben dat onze dienstverlening niet meer uitgevoerd kan worden en onze medewerkers niet meer optimaal kunnen werken. Vooral de laatste tijd zijn bedreigingen van virussen in het nieuws, hetzelfde geldt voor datalekken.
Informatiebeveiliging en cybercrime
Informatiebeveiliging wordt steeds actueler. Er is meer aandacht voor, en het risico wordt groter. Denk hierbij aan datalekken. In de stuurgroep BHBD (Beuningen, Heumen en Berg en Dal) is besloten geen cybercrime verzekering af te sluiten maar de marktontwikkelingen wel te blijven volgen.
4. Financieel (totaal risico € 2.020.000)
Bedragen x €1.000 | |||||
Categorie Onderwerp | Beh. | Fin. Belang | Kans | Risico score | |
€ | Kl. | % | € | ||
Open-einde regelingen | |||||
Doelgroepenvervoer (wmo-cliënten en leerlingen) | A | 100 | 3 | 50% | 50 |
Nieuwe Wmo en Jeugdwet | A | 1.250 | 3 | 50% | 625 |
Hulp bij het huishouden | A | 270 | 3 | 50% | 135 |
Af-/toename aantal uitkeringen PW/IOAW/IOAZ | V/A | p.m. | 2 | 25% | p.m. |
Vangnetuitkering Participatiewet | A | p.m. | 1 | 10% | p.m. |
Toename aanvragen bijz.bijstand/armoedebestrijding | V | 1.770 | 1 | 10% | 177 |
Toename aanvragen schuldhulpverlening | V | 15 | 1 | 10% | 2 |
Toename aantal Bbz regeling (leningen) | A | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. |
Toename aanvragen voorzieningen Wmo | V | 330 | 3 | 50% | 165 |
Vermindering legesopbrengsten bouwvergunningen | V | 138 | 1 | 5% | 7 |
Toename bezwaar/kwijtschelding | V | 80 | 1 | 5% | 4 |
Lagere opbrengsten OZB, AH en RH door leegstand | V/A | 160 | 1 | 5% | 8 |
Verbonden partijen | |||||
GGD | V/A | 120 | 3 | 50% | 60 |
MARN | V/A | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. |
ODRN | V/A | 50 | 2 | 25% | 13 |
VRGZ | V/A | 98 | 1 | 10% | 10 |
MGR Werkbedrijf en ICT | V/A | 517 | 3 | 50% | 259 |
Grondexploitatie | |||||
Toerekening apparaatskosten grex | V | 236 | 1 | 5% | 12 |
Economische risico's en vertraging | V/A | 435 | p.m. | p.m. | 42 |
Grote projecten | |||||
Toerekenen apparaatskosten aan projecten | V | 1.020 | 1 | 10% | 102 |
Overige financiële risico's | |||||
BTW subsidies sport | A | 662 | 1 | 20% | 132 |
Opbrengst verpakkingsafval | A | 121 | 4 | 80% | 97 |
Loonontwikkelingen | A/V | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. |
Ontwikkeling pensioen premie | A | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. |
Prijsontwikkelingen | V | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. |
Algemene uitkering | A/V | 200 | 2 | 25% | 50 |
Renterisico | A | 25 | 2 | 30% | 8 |
Beleggingen - dividend | A | 100 | 1 | 15% | 15 |
Decentralisatie Rijkstaken | A | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. |
Oninbare vorderingen | V | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. |
Bezwaarschriften | V | 5 | 4 | 80% | 4 |
Garanties en borgstellingen | A | 3.900 | 1 | 1% | 39 |
Hypotheken personeel | V/B | 100 | 1 | 3% | 3 |
Wachtgeld/pensioenen bestuurders | V | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. |
Eigendommenadministratie gemeentelijke gronden | A | 25 | 1 | 2% | 1 |
Totaal | 11.727 | 2.020 |
De risico's bij dit onderdeel hebben betrekking op open- einde regelingen, schadeclaims, verbonden partijen, grondexploitatie, grote projecten en overige financiële risico's.
Open- einde regelingen (totaal risico € 1.173.000)
Dit zijn regelingen waar inwoners gebruik van kunnen maken. Er is geen grens aan het aantal gebruikers. Daarom zijn de kosten moeilijk te beheersen.
Doelgroepenvervoer (WMO-cliënten en leerlingen)
DRAN (Bedrijfsvoeringsorganisatie Doelgroepenvervoer Regio Arnhem-Nijmegen) heeft een bijgestelde begroting 2018 neergelegd. Op basis hiervan zal de raming vanaf 2018 met € 366.000 moeten worden verhoogd. Dit wordt vooral veroorzaakt doordat bij het opstellen van de begroting verkeerde aannames zijn gehanteerd, die door de in rekening gebrachte kosten worden bevestigd. Mogelijk wordt de verdeelsleutel tussen gemeenten aangepast en pakt dat voor ons nadelig uit. Nadat de begroting is aangepast schatten wij het financieel belang op 10% van de kosten van circa € 1 miljoen.
Nieuwe Wmo en Jeugdwet
Afgelopen jaren is gebleken dat we de budgetten voor zorgkosten en hoeveelheid ondersteuning (fte wijkteams, backoffice, ROB, GGD e.d.) moesten verhogen. Dit komt door een forse toename van de aanvragen. Ondanks het feit dat de budgetten in 2018 al fors zijn verhoogd, blijven de zorgkosten stijgen. Een deel van de extra kosten is gedekt in de begroting 2018. Om de kosten te kunnen beheersen zijn onder meer kostenplafonds ingesteld. Ondanks dat lopen we nog steeds het risico dat de kosten met 10% stijgen.
Hulp bij het huishouden
De tarieven voor de hulp bij het huishouden zijn onderbouwd en realistisch. Het budget voor 2018 is hierop aangepast. De hoeveelheid ingezette uren voor huishoudelijk hulp blijven stabiel. Het risico schatten we in op 10%.
Af-/toename aantal uitkeringen PW / IOAW / IOAZ
In de begroting 2018 is rekening gehouden met de vangnetuitkering. Verandering van het aantal klanten leidt tot hogere/lagere uitgaven maar tegelijkertijd tot een hogere/lagere vangnetuitkering.
Vangnetuitkering Participatiewet
In de begroting is rekening gehouden met een vangnetuitkering van € 0,844 miljoen. Als de uitgaven meer dan 107,5% van de rijksuitkering bedragen, dan kan de gemeente een verzoek indienen voor een aanvullende rijksuitkering. Om hiervoor in aanmerking te komen moet de raad de Notitie Vangnetuitkering in 2018 vaststellen. Hierin worden oorzaken van de hogere uitgaven beschreven. Ook staan hierin de inspanningen van het college om uitgaven terug te brengen. Het risico bestaat dat het verzoek om aanvullende uitkering niet of ten dele wordt verkregen.
Toename aanvragen bijzondere bijstand/armoedebestrijding
De uitgaven worden geraamd op € 1,77 miljoen. De kans dat dit bedrag hoger wordt is aanwezig, maar niet groot, 10% wordt als risico aangehouden.
Toename aanvragen schuldhulpverlening
We verwachten dat het aantal verzoeken voor schuldhulpverlening ongeveer hetzelfde blijft. Het budget is voldoende. Het risico wordt ingeschat op 10%.
Toename aantal Bbz regeling (leningen)
Gezien de jaarcijfers over de voorgaande jaren wordt het huidige budget voldoende geacht.
Toename aanvragen voorzieningen Wmo
Op basis van de uitgaven in voorgaande jaren schatten we het risico op 10% van € 3,3 miljoen. Dit is inclusief WMO en exclusief vervoer.
Vermindering legesopbrengsten bouwvergunningen
Dit risico is gebaseerd op 25% van de geraamde opbrengst van € 550.500 en een kans van 5%.
Toename bezwaar/kwijtscheldingskosten / minder opbrengsten
Dit risico is altijd aanwezig, maar wij schatten de kans relatief laag in.
Lagere opbrengsten OZB, AH en RH door leegstand (bedrijfs)vastgoed
Dit risico is altijd aanwezig maar de kans wordt laag ingeschat, ook gezien de economische ontwikkelingen.
Verbonden partijen (risico € 342.000)
Hierbij gaat het om partijen waarin de gemeente zowel een financieel als een bestuurlijk belang heeft. De verbonden partijen met de grootste financiële belangen zijn de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ), de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Regio Nijmegen (GGD), de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN), de Milieusamenwerking en Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN) en het werkbedrijf Rijk van Nijmegen. Voor een nadere toelichting op de verbonden partijen wordt verwezen naar de paragraaf verbonden partijen in deze begroting. Het totale risico ten aanzien van verbonden partijen is vooralsnog vastgesteld op € 342.000.
GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)
In het AB (Algemeen Bestuur) van december 2017 is besloten om de negatieve algemene reserve in 2017 aan te vullen tot de genormeerde hoogte. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het negatief resultaat van € 1 miljoen op Veilig Thuis. Bij de vaststelling van de jaarrekening 2017 zal aan de gemeenten eenmalig een aanvullende storting van 70% worden gevraagd en voor 2018 30%. Daarnaast zal het budget 2018 voor Veilig thuis structureel met € 1,3 miljoen worden verhoogd en dit betekent voor onze gemeente een extra bijdrage van € 88.000. Daarnaast gaat de bijdrage voor Veilig thuis in 2019 nog eens omhoog met € 95.000 als gevolge van verscherping door het rijk van de aanmeldcode. Hier staat een rijkscompensatie tegenover door verhoging van het accres van de algemene uitkering. Het risico schatten we in op 10%.
MARN (Milieusamenwerking en Afvalverwerking Regio Nijmegen)
De risico’s van de MARN zijn beperkt. Het Algemeen Bestuur heeft in de notitie Weerstandsvermogen bepaald dat voor de afdekking van de risico’s de begrotingspost Onvoorzien voldoende is. Daarnaast is MARN aandeelhouder in ARN BV. Zij heeft één lening (in verband met grondverkoop) en geen garanties meer uitstaan naar ARN BV. De lening is afgedekt met een eerste recht van hypotheek. Tevens heeft MARN met ARN BV. een vast tarief met indexering voor het door de deelnemers in de MARN aangeleverde afval. Het risico dat MARN loopt bedraagt ten hoogste de waarde van de aandelen die MARN heeft in ARN BV. Deze zijn gewaardeerd op verkrijgingsprijs en wel voor een waarde van € 1.701.675. Verder wordt verwezen naar de paragraaf verbonden partijen.
Door het Algemeen Bestuur is in juni 2014 besloten dat de MARN geen weerstands-vermogen dient aan te houden anders dan de € 10.000 Post onvoorzien uit de begroting.
Als de algemene reserve onvoldoende is om in een bepaald jaar tekorten, die voortvloeien uit de rekening, op te vangen en er geen andere dekking kan worden gevonden, wordt het bepaalde in de tekst van de gemeenschappelijke regeling MARN artikel 28 van toepassing. Daarin is bepaald dat de gemeenten naar rato van het inwonertal dienen bij te dragen in tekorten van de MARN. Over 2016 behaalde de MARN een positief resultaat van ruim € 450.000.
ODRN (Omgevingsdienst Regio Nijmegen)
Het totaal van de risico's van de ODRN bedraagt € 803.000. Hiervan heeft € 200.000 betrekking op bedrijfsvoeringsrisico's die de ODRN zelf kan opvangen. De overige (bestuurlijke) risico's bedragen dan € 603.000. De ODRN rekent vervolgens met een dempingsfactor van 0,6 omdat niet alle risico's zich tegelijkertijd zullen voordoen. 0,6 x € 603.000 = € 361.800. Onze gemeente heeft een aandeel van 13,87%. € 361.800 x 13,87% = € 50.000.
VRGZ (Veiligheidsregio Gelderland-Zuid)
Volgens het rapport van de Adviesfunctie van de gemeente Nijmegen is ons aandeel in het berekende risico € 86.272. Dit is gebaseerd op het verschil tussen de risico's en de aanwezige reserve. Daarnaast heeft de VRGZ een bezuinigingstaakstelling gekregen van € 850.000. Het aandeel van onze gemeente hierin is ongeveer € 49.000. Ervan uitgaande dat hiervan 75% gerealiseerd kan worden, is het risico dat blijft hangen 25% ofwel ongeveer € 12.000. Het totale risico komt hiermee op € 98.000.
MGR Werkbedrijf en ICT
De risico's van het werkbedrijf zijn gekwantificeerd in de begroting van het werkbedrijf. Aangezien het werkbedrijf geen algemene reserve mag aanhouden, moet elke gemeente haar risicodeel in de begroting opnemen. De verwachtingswaarde van de risico's bedraagt € 3,945 miljoen. en het risico op € 1,976 miljoen. Ons aandeel bedraagt daarin ongeveer 9%.
Grondexploitatie (risico € 54.000)
het Centrumplan in Groesbeek zit in de eindfase. Door de aantrekkende economie is er ook volop interesse in kavels bedrijventerrein In Groesbeek, Ooij, en Leuth. De gemeente faciliteert woningbouwprojecten.
Grote projecten (risico € 102.000)
Ook hier geldt dat we een risico lopen ten aanzien van de toegerekende apparaatskosten. Net zoals bij de grondexploitatie komen deze kosten, bij het niet doorgaan van de projecten, ten laste van de exploitatie. We hebben voor de grote projecten een risico berekend van € 102.000.
Overige financiële risico's (risico € 349.000)
BTW subsidies sport
In onze subsidieregeling staat dat wij investeringen kostendekkend vergoeden. Als er een (BTW-plichtige) sportstichting is opgericht, kan deze stichting de inkoop-BTW terugvorderen bij de belastingdienst. In dat geval vergoeden wij het netto investeringsbedrag (exclusief BTW). Als deze stichting niet bestaat vergoedt de gemeente de investering inclusief BTW. In de toekomst kan het zijn dat stichtingen geen inkoop-BTW meer kunnen terugvragen. De reden hiervan is dat de Europese regelgeving afwijkt van de Nederlandse en dat Europa gaat eisen dat Nederland het belastingstelsel moet aanpassen.
Gevolg: De sportstichtingen kunnen geen inkoop-BTW meer terugvragen en vervolgens betaalt de gemeente ook de BTW-component op toekomstige investeringen. In de subsidieregeling staat tenslotte dat we investeringen kostendekkend vergoeden. Het risico bestaat dan, dat we maximaal 21% van de (netto) investeringssubsidie extra moeten uitbetalen.
De geraamde BTW(-component) bedraagt voor de jaren 2018 - 2021 in totaal € 662.000.
Opbrengst verpakkingsafval
Het verpakkingsafval van kunststof, blik en drankkartons zamelen we in de regio gescheiden in. Die apart ingezamelde hoeveelheid wordt vervolgens gesorteerd en gerecycled. Hiervoor is een sorteerrendement afgesproken van 85%. Over die 85% ontvangen we een vergoeding van Nedvang.
Het blijkt dat er in de praktijk ongeveer 35% vervuiling in het gescheiden afval zit. Het gevolg is dat het percentage van 85% niet gehaald wordt. De vergoeding ontvangen we dus over een lagere hoeveelheid.
Op basis van een sorteerrendement van 85% is de inkomst geraamd die wij verwachten vanuit Nedvang voor het gerecyclede kunststofafval (plastic, blik, drankkartons).
Wanneer het percentage daadwerkelijk 65% bedraagt, dan realiseren we in Berg en Dal € 120.960 minder aan opbrengst voor kunststofafval.
Dit betekent dan een nadeel op afval. Over de voortgang van dit dossier overleggen we met MARN, ARN en Dar.
Overig
Dit betreft risico’s met betrekking tot loon- en prijsontwikkelingen, ontwikkeling pensioenpremie, de algemene uitkering uit het Gemeentefonds, het renterisico, de dividenduitkeringen, de decentralisatie van rijkstaken, de oninbaarheid van vorderingen, het ontvangen van bezwaarschriften, de garanties en borgstellingen, de hypotheken voor het personeel, de wachtgelden voor bestuurders en eigendommenadministratie gemeentelijke gronden.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Weerstandscapaciteit
Weerstandscapaciteit
Berekening weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit geeft aan welke middelen wij beschikbaar hebben om eventuele tegenvallers op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van bestaande zaken. De weerstandscapaciteit is onderverdeeld in structureel en incidenteel.
Structurele weerstandscapaciteit
De structurele weerstandscapaciteit is opgebouwd uit de:
1. onbenutte belastingcapaciteit;
2. post onvoorzien;
3. vrije begrotingsruimte;
4. structurele bezuinigingsmogelijkheden.
1. Onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit bestaat uit de mogelijkheden die wij als gemeente nog hebben om onze belastingopbrengsten te verhogen binnen de wettelijke grenzen.
De totale onbenutte belastingcapaciteit bedraagt:
Bedragen x € 1.000 | ||
Belasting c.q. recht | Bedrag | |
1. | OZB | 3.262 |
2. | Afvalstoffenheffing | - |
3. | Rioolheffing | - |
4. | Leges | p.m. |
Totaal | 3.262 |
Toelichting onbenutte belastingcapaciteit.
Onroerende zaakbelastingen
Voor de OZB hanteren we de zogenaamde artikel 12 norm. Op basis van de meicirculaire 2016 is deze norm 0,1927% (voor 2017). De onbenutte belastingcapaciteit is als volgt berekend.
Bedragen x € 1.000 | ||
Onderdeel | Bedrag | |
Berekende waarde woningen* | 3.371.406 | |
Berekende waarde niet-woningen - eigenaren* | 506.908 | |
Berekende waarde niet-woningen - gebruikers* | 421.069 | |
Totaal waarde | 4.299.383 | |
Minimale opbrengst artikel 12-norm | 8.285 | |
Opbrengsten 2017 | 5.023 | |
Onbenutte belastingcapaciteit | 3.262 | |
* basis = overzicht totale capaciteit |
Afvalstoffenheffing
Het uitgangspunt is volledige kostendekking ofwel 100% kostendekkendheid. Dit betekent dat er geen sprake is van onbenutte belastingcapaciteit met betrekking tot de afvalstoffenheffing.
Rioolheffing
Het uitgangspunt is volledige kostendekking ofwel 100% kostendekkendheid. Dit betekent dat er geen sprake is van een onbenutte belastingcapaciteit met betrekking tot de rioolheffing.
Leges
Bij de heffing van leges hanteren we volledige kostendekking als uitgangspunt, wat betekent dat het totale bedrag aan legesinkomsten de kosten volledig dekt. Wij kunnen deze kosten niet volledig in beeld brengen. Hiervoor is een verfijning van de huidige kostenverdeelsystematiek noodzakelijk. De onbenutte belastingcapaciteit kunnen wij daarom niet in een bedrag uitdrukken. In de tabel is dit aangeduid met p.m. (pro memorie).
2. Post Onvoorzien
In de begroting 2017 was € 143.000 geraamd als stelpost voor onvoorziene uitgaven. De eindstand van deze stelpost (jaarrekening 2017) is € 0.
3. Vrije begrotingsruimte
In de begroting is een jaarlijkse stelpost van € 400.000 opgenomen voor nieuw beleid. Dit bedrag kan aangemerkt worden als vrije begrotingsruimte.
4. Structurele bezuinigingsmogelijkheden
Er zijn geen structurele bezuinigingsmogelijkheden die ingezet worden als onderdeel van de structurele weerstandscapaciteit.
Incidentele weerstandscapaciteit
De incidentele weerstandscapaciteit is opgebouwd uit de:
1. algemene reserve;
2. bestemmingsreserves, waarvan de bestemming nog kan worden gewijzigd;
3. stille reserves;
4. incidentele bezuinigingsmogelijkheden.
1. Algemene reserve
De stand van de algemene reserve per 31 december 2017 is € 9.975.000. De stand van de vaste algemene reserve bedraagt € 17.629.000. Totaal: € 27.604.000.
2. Bestemmingsreserves
Er zijn geen bestanddelen van de bestemmingsreserves beschikbaar als weerstandscapaciteit.
3. Stille reserves
Het gaat bij stille reserves om de overwaarde van gemeentelijke bezittingen die direct verkoopbaar zijn zonder dat de bedrijfsvoering of het gemeentelijke beleid hierdoor wordt beïnvloed. De overwaarde (stille reserve) betreft het verschil tussen de verwachte verkoopopbrengst en de begrote boekwaarde per 31 december 2017.
Wij hebben onze bezittingen beoordeeld op de benoemde uitgangspunten. Een groot deel van onze bezittingen is nodig voor de bedrijfsvoering en de uitvoering van ons beleid. Ons gemeentehuis gebruiken we voor ons bestuur en de publieksservice. De onderwijs- en welzijnsgebouwen zijn beleidsmatig noodzakelijke voorzieningen.
De enige stille reserve die we hebben is de waarde van de gronden, die op de balans verantwoord is onder de materiële vaste activa. De actuele waarde ligt € 390.000 hoger dan de boekwaarde van € 303.000.
4. Incidentele bezuinigingsmaatregelen
Er is geen sprake van incidentele bezuinigingsmaatregelen die kunnen bijdragen aan de incidentele weerstandscapaciteit.
Totaaloverzicht weerstandscapaciteit
De totale weerstandscapaciteit van de gemeente ziet er als volgt uit:
Bedragenx € 1.000 | ||
Onderdeel | Bedrag | |
Structurele weerstandscapaciteit | ||
1. | onbenutte belastingcapaciteit | 3.262 |
2. | post onvoorzien | - |
3. | vrije begrotingsruimte | 400 |
4. | structurele bezuinigingsmogelijkheden | - |
Totaal structurele weerstandscapaciteit | 3.662 | |
Incidentele weerstandscapaciteit | ||
1. | algemene reserve | 27.604 |
2. | bestemmingsreserves | - |
3. | stille reserves | 390 |
4. | incidentele bezuinigingsmogelijkheden | - |
Totaal structurele weerstandscapaciteit | 27.994 | |
Totaal weerstandscapaciteit per 31-12-2017 | 31.656 |
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Weerstandsvermogen
Weerstandsvermogen
Ratio weerstandsvermogen
Op basis van het risicoprofiel en de inventarisatie van de weerstandscapaciteit bepalen wij ons weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen drukken wij uit in een verhoudingsgetal.
Ratio weerstandsvermogen = | Beschikbare weerstandscapaciteit |
Benodigde weerstandscapaciteit (= totaal risicoscore) |
Op basis van de jaarrekening 2017 ziet de weerstandsratio er als volgt uit:
Rekening | Begroting | Rekening | Rekening | |||
2017 | 2017 | 2016 | 2015 | |||
Ratio | 31.656 | = | 11,33 | 8,31 | 10,61 | 3,85 |
weerstandsvermogen | 2.794 |
Voor 2016 berekenden we de ratio nog zonder de vaste algemene reserve. Dit veroorzaakt het grote verschil ten opzichte van de jaren vanaf 2016.
Als we de frictiekostenvergoeding in 2018 meenemen die we nog moeten ontvangen van het rijk, dan bedraagt de ratio weerstandsvermogen 33.227/2.794 = 11,89.
Conclusie
Onze weerstandsratio is uitstekend.
Hierbij maken wij de volgende kanttekening:
Veel risico's zijn niet of nauwelijks in te schatten. Deze hebben we als "p.m." (pro memorie) meegenomen. We weten dat we de risico’s lopen, maar weten niet hoe hoog deze zijn. Deze risico's nemen we niet (of met de waarde 0) mee in de totaaltellingen. Dit betekent eigenlijk dat het totaal van de risico's te laag is.
Om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen dienen we dit te normeren. Hiervoor maken we gebruik van onderstaande waarderingstabel. Deze tabel is ontwikkeld door het Nederlands Adviesbureau Risicomanagement in samenwerking met de Universiteit Twente. Diverse gemeenten gebruiken deze tabel, die een goed inzicht geeft in de vraag of er genoeg weerstandscapaciteit is.
Ratio weerstandsvermogen | Betekenis |
> 2,0 | Uitstekend |
1,4 < x < 2,0 | Ruim voldoende |
1,0 < x < 1,4 | Voldoende |
0,8 < x < 1,0 | Matig |
0,6 < x < 0,8 | Onvoldoende |
< 0,6 | Ruim onvoldoende |
Met een ratio weerstandsvermogen van 11,33 beschikken wij op dit moment over een uitstekend weerstandsvermogen. Er zijn voldoende middelen om de in beeld gebrachte risico’s op te kunnen vangen.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Kengetallen
Kengetallen
Financiële kengetallen
Op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (Bbv) moeten gemeenten een vijftal financiële kengetallen opnemen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing van de begroting en de jaarstukken. Het doel is om op deze wijze makkelijker inzicht te verschaffen in de financiële positie van de gemeente.
De vijf kengetallen maken inzichtelijk over hoeveel (financiële) ruimte de gemeente beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen opvangen. Ze geven inzicht in de financiële weer- en wendbaarheid. Hoe de kengetallen in relatie tot de financiële positie moeten worden beoordeeld, is voorbehouden aan de raad. Hiervoor zijn geen algemene normen gegeven.
Toelichting kengetallen
De kengetallen betreffen:
1a. | de netto schuldquote |
1b. | de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen |
2. | de solvabiliteitsratio |
3. | de grondexploitatie |
4. | de structurele exploitatieruimte |
5. | de belastingcapaciteit |
Hieronder lichten we de kengetallen inhoudelijk toe.
Netto schuldquote & de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken.
Bij leningen bestaat de onzekerheid of ze allemaal worden terugbetaald. Daarom berekenen we het kengetal van de netto schuldquote op twee manieren: inclusief en exclusief de doorgeleende gelden. Op die manier is duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is én wat dat betekent voor de schuldenlast.
De solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. De solvabiliteitsratio is het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal .
Kengetal grondexploitatie
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De accountant beoordeelt ieder jaar bij de jaarrekening of de gronden tegen een actuele waarde op de balans zijn opgenomen.
Structurele exploitatieruimte
De structurele exploitatieruimte is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte de gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en afvalstoffenheffing voor een woning met gemiddelde waarde in die gemeente.
Berekening kengetallen
Kengetal | Rekening 2016 | Begroting 2017 | Rekening 2017 | Normering | |
---|---|---|---|---|---|
1a. | Netto schuldquote | 30% | 41% | 28% | A |
1b. | Netto schuldquote met correctie alle verstrekte leningen | 16% | 24% | 16% | A |
2. | Solvabiliteitsratio | 51% | 45% | 55% | A |
3. | Grondexploitatie | 4% | 2% | 2% | A |
4. | Structurele exploitatieruimte | 4% | 2% | 2% | A |
5. | Belastingcapaciteit | 89% | 91% | 92% | A |
Beoordeling kengetallen
Zoals eerder aangegeven bestaan er geen algemeen geldende of wettelijk voorgeschreven normen voor de beoordeling van de financiële kengetallen in relatie tot de financiële positie van de gemeente. Voor een goede beoordeling van de financiële positie moeten de financiële kengetallen in hun onderlinge samenhang en binnen de specifieke context van de gemeente worden bekeken.
Om de beoordeling gemakkelijker te maken hebben wij in de laatste kolom van bovenstaande tabel een normering opgenomen. Deze normering is gelijk aan de normen die de provincie Gelderland in het kader van haar financiële toezichtsfunctie gebruikt. Hierbij wordt gewerkt met de drie categorieën ‘A’, ‘B’ en ‘C’. Aan deze categorieën is geen kwalificatie gegeven, omdat normering in eerste instantie door de gemeente zelf plaats dient te vinden. Wel kan over het algemeen worden gesteld, dat categorie A het minst risicovol is en categorie C het meest.
In samenhang geven de kengetallen een positief beeld van de financiële positie van de gemeente Berg en Dal. De schuldpositie is op een aanvaardbaar niveau en er is sprake van enige onbenutte belastingcapaciteit. Daarnaast is het weerstandsvermogen uitstekend. De conclusie is dat wij in staat zijn om eventuele financiële tegenvallers op te vangen.
Kengetal | Categorie A | Categorie B | Categorie C | |
---|---|---|---|---|
1a. | de netto schuldquote | <90% | 90-130% | >130% |
1b. | de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | <90% | 90-130% | >130% |
2. | de solvabiliteitsratio | >50% | 20-50% | <20% |
3. | de grondexploitatie | <20% | 20-35% | >35% |
4. | de structurele exploitatieruimte | Begr én MJR >0% | Begr én MJR >0% | Begr én MJR <0% |
5. | de belastingcapaciteit | <95% | 95-105% | >105% |
De grondexploitaties moeten we jaarlijks actualiseren. De accountant neemt de waardering van de grondexploitaties mee in zijn oordeel van de getrouwheid van de jaarrekening. Dit oordeel is tot nu toe positief. Waar nodig zijn voor verwachte exploitatietekorten voldoende voorzieningen getroffen.